Brandpastinaak | |||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||
Ondersoort | |||||||||||||||||||||
Pastinaca sativa subsp. urens (Req. ex Godr.) Čelak. (1875) | |||||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||||
|
De brandpastinaak (Pastinaca sativa subsp. urens) is een tweejarige plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). De soort komt van nature voor in Midden- en Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië. De brandpastinaak staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeldzaam en stabiel of toegenomen. Het aantal chromosomen is 2n = 22.
De brandpastinaak lijkt veel op de pastinaak, maar is groter en sterker vertakt dan de gewone pastinaak (Pastinaca sativa subsp. sativa) en heeft een vrijwel cilindervormige, niet gegroefde stengel, terwijl die van de pastinaak kantig en gegroefd is.
De plant wordt 80 - 150 cm hoog en heeft een penwortel. De stengel is in het jonge stadium meestal dicht behaard met korte grijze haren, die in een later stadium kaal wordt. De plant heeft weinig bladeren, die met korte grijze haren bezet en een- tot tweevoudig oneven geveerd zijn met 3 - 7 paar onregelmatig gezaagde blaadjes.
De brandpastinaak bloeit van juli tot in september met geelbloeiende bloemen in schermen, die bestaan uit 5 - 9 schermpjes, waarvan de langste 3,5 cm is.
De eivormige, afgeplatte vrucht is een 5 - 8 mm lange en 4 mm brede dubbele dopvrucht met smalle vleugels.