Defensie van Nederland | ||
---|---|---|
Instanties | ||
Ministerie van Defensie | ||
Krijgsmachtdelen | ||
Koninklijke Landmacht | ||
Interservice-organisaties | ||
Functies | ||
Minister van Defensie |
De chef-Defensiestaf (CDS) was tot september 2005 de hoogste militaire functie van de Nederlandse Krijgsmacht. Daarna werd de functie van chef-Defensiestaf omgedoopt tot Commandant der Strijdkrachten, die wordt afgekort met CdS. De commandant der Strijdkrachten heeft sindsdien formeel het bevel van de gehele krijgsmacht, maar blijft ook chef van de Defensiestaf.
De chef-Defensiestaf gaf leiding aan de Defensiestaf en was de belangrijkste militaire adviseur van de minister en de staatssecretaris van Defensie. De Defensiestaf is belast met zaken die alle krijgsmachtdelen aangaan en met internationale aspecten van het veiligheidsbeleid. De CDS trad tevens op als voorzitter van gezamenlijke vergaderingen van de hoogste bevelhebbers van de marine, landmacht en luchtmacht:
De CDS was de eerst verantwoordelijke voor de uitvoering en de evaluatie van crisisbeheersings- en humanitaire operaties.
De CDS was bij toerbeurt afkomstig uit één der drie, tegenwoordig vier, krijgsmachtdelen en werd bij aanvang van de functie doorgaans bevorderd tot luitenant-generaal of generaal (indien de CDS afkomstig was uit de marine volgde bevordering tot vice-admiraal of luitenant-admiraal). Toen de functie in 1976 werd hernoemd van voorzitter Comité Verenigde Chefs van Staven naar chef Defensiestaf, werd het definitief een generaals- of luitenant-admiraalsfunctie. Hoewel de CDS hiërarchisch één rang hoger was dan de bevelhebbers, stond hij functioneel op hetzelfde niveau: de CDS was dus geen opperbevelhebber, de uiteindelijk verantwoording van de krijgsmacht ligt in Nederland bij de minister van Defensie.