Chicxulubkrater | ||||
---|---|---|---|---|
Chicxulub-krater is duidelijk zichtbaar in het reliëf (boven: digitaal hoogtemodel (SRTM) ingewonnen met radar), maar niet in het landgebruik of vegetatie (onder: optisch satellietbeeld (Landsat) met valse kleuren).
| ||||
Coördinaten | 21° 24′ NB, 89° 31′ WL | |||
Leeftijd | ~ 66 Ma | |||
Locatie | Mexico (Yucatán) | |||
Gevolgen | Massa-extinctie, bijdrage aan grotendeels uitsterven van dinosauriërs | |||
Object | ||||
Type | Planetoïde | |||
Diameter | Minstens 10 km | |||
Ingeslagen | Ja | |||
Vrijgekomen energie | 100 teraton TNT (2 miljoen maal Tsar Bomba) | |||
|
De Chicxulubkrater is het 180 kilometer brede restant van een inslag van een planetoïde die ongeveer 66 miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden. De krater werd in 1991 ontdekt. De inslag ervan heeft waarschijnlijk (mede) geleid tot het einde van het tijdperk der dinosauriërs.
De krater was decennialang onopgemerkt gebleven, doordat hij onder 1000 meter jongere gesteenten verborgen lag. Aan het oppervlak is vandaag de dag niet veel te zien, op de ring van ondergrondse poelen (cenotes) na, die langs de oude kraterrand te vinden zijn. De krater werd gevonden doordat door geologisch onderzoek onder andere afwijkingen in het zwaartekrachtsveld aan het licht kwamen.
In de Krijt-Tertiairovergang stierven vrijwel alle grotere diersoorten uit, waaronder de dinosauriërs. Volgens een theorie die zowel Jan Smit[1] als Luis en Walter Alvarez[2] in 1980 publiceerden, was de sterfte het gevolg van een grote planetoïde-inslag. Hoewel deze theorie aanvankelijk weinig weerklank vond, ontdekte men in de jaren daarna allerlei aanwijzingen dat er daadwerkelijk een inslag was geweest, en de krater van Chicxulub is daarvoor de beste kandidaat.