Chondrocyten (/ˈkɒndrəsaɪt, -droʊ-/ van het Griekse χόνδρος (chondros) 'kraakbeen' en κύτος (kytos) 'cel') of kraakbeencellen zijn de enige cellen die in gezond kraakbeen worden aangetroffen. Hoewel het woord chondroblast vaak wordt gebruikt om een onvolgroeide chondrocyt te beschrijven, is de term onnauwkeurig, aangezien de voorloper van chondrocyten (die mesenchymatische stamcellen zijn) kan differentiëren in verschillende celtypen, waaronder osteoblasten.
Samen met de intercellulaire stoffen (extracellulaire matrix) vormen de chondrocyten de belangrijkste componenten van kraakbeen.
De chondrocyt is het enige levende bestanddeel van kraakbeen, maar maakt slechts ongeveer 1% van het kraakbeenweefsel uit.[1]
↑Hanns-Peter Scharf et al.: Orthopädie und Unfallchirurgie: Facharztwissen nach der neuen Weiterbildungsordnung. 2. Auflage. Elsevier, Urban&Fischer, 2011, ISBN 978-3-437-59455-7, p. 32–34.