Een compressor is een geluidstechnisch apparaat dat de dynamiek van het geluidssignaal vermindert. In feite is een compressor een automatische volumeknop die ingrijpt zodra het niveau van het ingangssignaal een bepaalde drempelwaarde overtreft. Dit wordt compressie genoemd, omdat de niveauverschillen kleiner of zelfs nagenoeg opgeheven worden.
In het algemeen is dit bij muziekproductie wenselijk, daar sporen met compressie zich beter laten mixen. Hoewel een compressor aanvankelijk ontwikkeld is om het mixproces te vereenvoudigen, gebruikt men het ook dikwijls als effect om aan signalen een klankkarakter te geven dat te omschrijven is als krachtiger, agressiever, breder, etc.
Door compressie gaat de natuurlijke dynamiek van het signaal deels verloren. Hier wordt verschillend mee omgegaan. Bij de registratie en mixage van klassieke muziek wordt nauwelijks compressie toegepast. Daarentegen hanteert men hevige compressie bij veel radiostations, commerciële muziek en reclameboodschappen teneinde een zo luid mogelijk volume te creëren. Het niveau van het uitgangssignaal fluctueert hierbij nauwelijks en kan dan constant hoog gehouden worden.