David Keilin | ||
---|---|---|
Algemene informatie | ||
Land | Verenigd Koninkrijk | |
Geboortedatum | 21 maart 1887 | |
Geboorteplaats | Moskou | |
Overlijdensdatum | 27 februari 1963 | |
Overlijdensplaats | Cambridge | |
Werk | ||
Beroep | bioloog, entomoloog, parasitoloog, botanicus, biochemicus | |
Werkveld | entomologie, biologie, biochemie, parasitologie | |
Werkgever(s) | Universiteit van Cambridge | |
Studie | ||
School/ |
Magdalene College, Universiteit van Luik | |
Promotor | George Nuttall | |
Persoonlijk | ||
Talen | Engels | |
Diversen | ||
Lid van | Royal Society, American Academy of Arts and Sciences | |
Prijzen en onderscheidingen | Fellow of the Royal Society, Copley Medal (1951),[1] Royal Medal (1939), Croonian Medal and Lecture (1934), Leeuwenhoek Lecture (1958), honorary doctor of the University of Bordeaux (1947)[2] | |
De informatie in deze infobox is afkomstig van Wikidata. U kunt die informatie bewerken. |
David Keilin (Russisch: Давид Гиршевич Кейлин, David Girsjevitsj Kejlin) (Moskou, 21 maart 1887 - Cambridge, 27 februari 1963) was een Russisch-Britse entomoloog en parasitoloog.
Keilin behaalde zijn grootste erkenning met zijn onderzoek in de jaren twintig aan wat hij noemde cytochromen, een bepaald soort enzymen. Deze waren eerder ontdekt door C.A. McMunn in 1884, maar die ontdekking werd vergeten of verkeerd begrepen.
Keilin droeg tijdens zijn carrière aanzienlijk bij aan de entomologie en de parasitologie. Tussen 1914 en 1923 publiceerde hij 39 papers over onder meer de voortplanting van luizen, de levenscyclus van de paardenhorzel en de ademhalingsaanpassingen van de larven van vliegen.