Decamerone | ||||
---|---|---|---|---|
Titelpagina uit 1573 editie.
| ||||
Oorspronkelijke titel | Il Decameron, cognominato Prencipe Galeotto | |||
Auteur(s) | Giovanni Boccaccio | |||
Vertaler | Frans Denissen, A. Schwartz, Margot Bakker, J.A. Sandfort, J. K. Rensburg, L.A.J. Burgersdijk jr., Dirck Volkertsz. Coornhert | |||
Illustrator | Duilio Cambellotti | |||
Land | Italië | |||
Oorspronkelijke taal | Italiaans (Florentijns dialect) | |||
Onderwerp | De pest, romantiek, levenslessen, religiekritiek | |||
Genre | Allegorie | |||
Uitgever | Giunti | |||
Oorspronkelijk uitgegeven | 1353 (manuscript) 1470 (eerste druk) | |||
Medium | handschrift | |||
Pagina's | 829 | |||
Verfilming | Il Decameron (1971); The Ribald Decameron (1972) | |||
|
De Decamerone (ondertitel: Prencipe Galeotto) is een verzameling van honderd verhalen die de Italiaanse dichter en geleerde Giovanni Boccaccio schreef, waarschijnlijk in de periode 1349–1360. Dit middeleeuws werk wordt als zijn meesterwerk beschouwd en geldt stilistisch als een van de mooiste werken uit de Italiaanse literatuur.
De Decamerone bestaat uit honderd novellen, verteld door drie mannen en zeven vrouwen tijdens een veertien dagen durend verblijf op een buitenplaats, op de vlucht voor de pest die in Florence woedt, die in de inleiding beeldend beschreven wordt. De titel zelf is een samenstelling van de twee Griekse woorden δέκα, deka (tien), en ἡμέρα, hemera (dag), en verwijst naar de tien dagen waarop verhalen verteld worden. De vrijdag werd doorgebracht met gebed en ook de zaterdag werden er geen verhalen verteld omdat de dames die dag besteedden aan hun toilet. De naam die Boccaccio aan zijn werk gaf was waarschijnlijk geïnspireerd door Hexameron, een titel die frequent gebruikt werd voor theologische werken die de schepping in zes dagen als onderwerp hadden.
De Decamerone is beroemd om de pittige humor en spot met de geestelijkheid en de gezagdragers en om enkele licht erotische verhalen. Daarnaast is het een opvallend zorgvuldig geconstrueerd boek met alle verhalen passend in een raamvertelling. Het is een werk dat bepalend was voor de Italiaanse prozaliteratuur van de 14e eeuw en op die manier mee aan de basis lag van het moderne Italiaans. De verhalen hebben allegorische aspecten, zoals de namen van de tien vertell(st)ers (de brigata), de rol van de tuin waar de verhalen verteld worden en de erotische verhalen.[1]