Dierenrechten verwijst naar het toekennen van subjectieve rechten aan alle dieren en niet alleen aan mensen. Voorstanders wijzen erop dat dit irrationeel is. Het niet toekennen van een morele waarde en basisrechten aan andere diersoorten dan de mens wordt ook wel speciesisme genoemd. Velen in de dierenrechtenbeweging vinden dat we dieren niet als eigendom mogen zien, dat dieren niet misbruikt mogen worden, niet mishandeld mogen worden en niet gedood mogen worden voor plezier (ook niet in het kader van de jacht), voedsel, of kleding.
In het huidige recht worden dieren in beginsel gezien als objecten waarop eventueel eigendom uitgeoefend kan worden.[1] De huidige wetgeving is er dan ook vooral op gericht om deze eigendomsrechten te beschermen, of om onnodige wreedheden tegen dieren te bestrijden. Daarnaast bestaat er wetgeving gericht op dieren om de voedselvoorziening veilig te stellen en uitbraak van ziekten te voorkomen.
In Duitsland bevat de grondwet al een grondrecht voor dieren sinds 2002.[2]