De directe rede is een stijlvorm waarbij de gedachte of uitspraak van een derde rechtstreeks door de spreker aangehaald wordt, waarbij meestal gebruik wordt gemaakt van de citaatuitluider[1] (ook wel citaatinbedder).[2] Het citaat komt daarbij tussen aanhalingstekens te staan:
Wanneer de directe rede niet aan het einde van de zin staat, volgen er meestal iets verderop een komma en de citaatuitluider (bijv. riep hij, vroeg ze). Wanneer er sprake is van een samengestelde zin, maakt de directe rede meestal deel uit van de hoofdzin. De directe rede eindigt vaak met een uitroepteken of vraagteken:
Ter inleiding van directe rede kan bijvoorbeeld in romans met veel dialogen in plaats van aanhalingstekens een half kastlijntje gebruikt worden.