De elektriciteitswetten van Kirchhoff zijn twee wetten in de elektriciteitsleer die uitspraken doen over de stromen en spanningen in een elektrisch netwerk. De wetten stellen dat in een knooppunt geen stroom kan verdwijnen en zijn erop gebaseerd dat tussen twee knooppunten in een circuit de wet van Ohm of een uitbreiding daarvan van toepassing is. De wetten zijn genoemd naar de natuurkundige Gustav Robert Kirchhoff. Ze werden voor het eerst in 1845 beschreven en kunnen worden afgeleid uit de wetten van Maxwell. De wetten van Kirchhoff spelen een belangrijke rol in de elektrotechniek, vooral in de netwerkanalyse.
De Franse natuurkundige Claude Pouillet 1791-1868 deed onderzoek naar elektrische verschijnselen en stelde een wet voor een stroomkring op, die een voorloper van de wetten van Kirchhoff was. De stralingswet van Kirchhoff is ook een natuurkundige wet die naar Kirchhoff is genoemd, maar heeft betrekking op een ander vakgebied binnen de natuurkunde, op thermodynamica.