Ismail Enver Pasja (Istanbul, 22 november1881 – Doesjanbe, 4 augustus1922) was een Ottomaanse militaire officier en een leider van de Jonge Turken-revolutie van 1908. Hij werd de belangrijkste leider van het Ottomaanse Rijk in zowel de Balkanoorlogen (1912–13) als in de Eerste Wereldoorlog (1914–18). In de loop van zijn carrière stond hij bekend onder steeds hogere titels toen hij door militaire rangen steeg, waaronder Enver Efendi (انور افندي), Enver Bey (انور بك) en ten slotte Enver Pasja, waarbij 'pasja' de eretitel was die Ottomaanse militaire officieren behaalden op promotie naar de rang van Mirliva (generaal-majoor).
Enver Pasja was een van de hoofdopdrachtgevers van de Armeense genocide[1][2][3] en daarmee verantwoordelijk voor de dood van 800.000 tot 1,8 miljoen Armenen, Arameeërs, Grieken en andere christelijke minderheden.[4][5][6][7]
↑Freedman, Jeri (2009). The Armenian Genocide, 1st. Rosen Pub, New York. ISBN 978-1-40421825-3 "Enver Pasha, Mehmet Talat, and Ahmed Djemal were the three men who headed the CUP."
↑ Jones, Adam (2006). Genocide: A Comprehensive Introduction, Repr.. Routledge, London. ISBN 978-0-41535385-4. Gearchiveerd op 30 juni 2023 "The new ruling triumvirate – Minister of Internal Affairs Talat Pasha; Minister of War Enver Pasha; and Minister of Navy Jemal Pasha – quickly established a de facto dictatorship. Under the rubric of the so-called Special Organization of the CUP, they directed, this trio would plan and oversee the Armenian genocide..."