Experimentele muziek of avant-gardemuziek is een aantal soorten muziek waarin wordt gebroken met de gebruikelijke opvattingen over wat muziek eigenlijk hoort te zijn. Als zodanig vormt het een ondervorm van wat algemeen als de avant-garde wordt aangeduid, een vernieuwing die zich vanaf het begin van de 20e eeuw op alle kunstzinnige gebieden manifesteerde, inclusief de muziek.
De componist Arnold Schönberg (van gemengd Amerikaanse en Oost-Europese afkomst) wordt algemeen beschouwd als degene die aan het begin van de 20e eeuw deze tendens in gang zette. Tot zijn bekendste navolgers behoren Igor Stravinsky, Arthur Honegger, Alban Berg en Karlheinz Stockhausen.[1] De Amerikaan John Cage zorgde er enkele decennia later voor dat de experimentele muziek als genre serieus genomen werd.