Georgica | ||||
---|---|---|---|---|
1602 editie
| ||||
Auteur | Vergilius | |||
Land | Romeinse Republiek | |||
Oorspronkelijke taal | Latijn | |||
Onderwerp | Romeinse tijd op het platteland, landbouw | |||
Genre | Leerdicht | |||
Uitgiftedatum origineel | ca. 29 v.Chr. | |||
|
Georgica is een leerdicht over de landbouw, geschreven door de Romeinse dichter Vergilius tussen 37 en 28 v.Chr.
Met de Georgica bracht Vergilius hulde aan het leven op het platteland. Maecenas vroeg het te schrijven om de landvlucht en de verwaarlozing van de landerijen tegen te gaan. De Georgica is echter geen handboek voor de boeren: Vergilius beschrijft in vier boeken ("zangen") achtereenvolgens de landbouw (I), de bos- en wijnbouw (II), de veeteelt (III) en de bijenteelt (IV). In dat laatste boek wordt het verhaal van de mythische bijenkweker Aristaeus verteld, wiens bijen plotseling stierven. In dit verhaal verwerkte Vergilius de mythe van Orpheus en Eurydice. Louter praktische beschrijvingen en lyrische beschrijvingen worden afgewisseld.
Voor het werk liet Vergilius zich inspireren door de Werken en Dagen van de Griekse dichter Hesiodos (8e eeuw voor Christus). Zo is de Georgica net als de Werken en Dagen een gedicht over de landbouw in de dactylische hexameter, een metrum dat Vergilius overigens ook in zijn Aeneïs hanteerde.