Graafschap Bruningerode/Brunerode | |||||
---|---|---|---|---|---|
Deel van het Frankische Rijk | |||||
| |||||
Algemene gegevens | |||||
Talen | Oudnederlands | ||||
Religie(s) | Rooms-katholiek | ||||
Regering | |||||
Regeringsvorm | Graafschap | ||||
Staatshoofd | Graaf |
Het graafschap Bruningerode (ook wel Brunerode genoemd) was een van de vier overblijfselen van de Haspengouw en lag tussen de Kleine Gete, de Dijle en de Velp. In 987 werd het Graafschap Bruningerode ingepalmd door de bisschoppen van Luik. Voor het jaar 1000 behoorde Hoegaarden tot het graafschap Bruningerode.
De naam komt voor in een cartularium van 987 van het Kapittel van Sint-Lambertus nr. 16 (Rijksarchief Luik), in de Franse vorm Brunengeruuz.[1]