Groenlof | |||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Groenlof | |||||||||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||||||
Cichorium intybus var. foliosum Hegi | |||||||||||||||||||||||
|
Groenlof (Cichorium intybus var. foliosum) is een bladgroente die het midden houdt tussen witlof en andijvie. Het is vooral geschikt voor de najaarsteelt. Groenlof vormt langwerpige kroppen die een milde smaak hebben. Deze groente kan zowel rauw als gekookt gegeten worden.
Groenlof kan gezaaid worden van april tot eind juni. Bij vroege zaai moet warm in perspotten opgekweekt en na half mei buiten uitgeplant worden, omdat anders de plant voortijdig kan gaan schieten (in bloei komen). Het beste kan in de tweede helft van juni ter plaatse gezaaid worden met een rijafstand van 30 tot 35 cm en uitgedund tot een plantafstand van 25 tot 30 cm in de rij. De oogst valt dan van eind september tot begin november. Groenlof verdraagt lichte vorst maar de buitenste bladeren worden dan wel bruin.