De Haarlemse tram is de benaming voor de trams die tussen 1878 en 1957 in en om Haarlem reden. Het tramnet rond Haarlem bestond uit twee deelnetten: een met normaalspoor (1435 mm spoorwijdte) en een met smalspoor (1000 mm). Op beide netten hebben zowel lokale trams gereden (binnen Haarlem en de randgemeenten Bloemendaal, Heemstede, Overveen en Schoten), als interlokale tramlijnen. In 1924 werd de blauwe kleur geïntroduceerd, waardoor de NZH-trams algemeen bekend werden als de Blauwe Tram. In 1929 voerde de gemeente Haarlem een lijnnummering in voor de lokale tramlijnen. De interlokale lijnen van de Blauwe Tram hebben nooit onder nummer gereden.