Helios | ||||
---|---|---|---|---|
Ἥλιος, Helius, Ἠέλιος | ||||
Helios | ||||
Oorsprong | Griekse mythologie | |||
Cultuscentrum | Hemel | |||
Gedaante | Titaan | |||
Associatie | Zonnegod verantwoordelijk voor de zonsopgang en -ondergang | |||
Verwantschap | ||||
Ouders | Hyperion en Theia | |||
Siblings | Selene, Eos | |||
Partner | Perseis, Clymene, Neaira | |||
Nakomelingen | Circe, Pasiphaë, Aietes, Aigle, Phaëton, Phaetusa, Lampetia | |||
Een door Schliemann opgegraven reliëf van Helios met zijn zonnewagen (Troje, 4e eeuw v.Chr.)
| ||||
|
Helios (het Griekse woord ἥλιος betekent "zon") is de zonnegod uit de Griekse mythologie, zoon van het Titanenpaar Hyperion en Theia.
Helios is de echtgenoot van Perseis met wie hij meerdere kinderen had, waaronder Circe, de heks die Odysseus probeerde te misleiden, Pasiphaë, de vrouw van Minos en tevens moeder van de Minotauros, en Aietes, de vader van Medea.
Helios is verantwoordelijk voor zonsopgang en -ondergang. Met zijn stralende zonnewagen rijdt hij door de hemel en brengt de mensen licht. 's Morgens stijgt hij in het oosten op uit de oceaan (Oceanus), de wereldzee die de aarde omspoelt. Na een tocht langs de hemel daalt hij 's avonds weer in het westen neer in de oceaan. 's Nachts vaart hij op zijn zonneboot terug van het westen naar het oosten over de oceaan. Helios wordt altijd afgebeeld in een licht gewaad met een stralenkrans om zijn hoofd. Meestal zit hij in een wagen en ment hij zijn vlammensnuivende paarden. (Hij wordt ook afgebeeld met griffioenen als trekdieren)
Helios heeft ook twee kinderen bij de oceanide Clymene, Aigle en Phaëton. Het verhaal vertelt dat de mensen niet wilden geloven dat Phaëthon een zoon van de zonnegod was. Daarom ging Phaëthon naar zijn vader. Hij vroeg hem een teken te geven zodat hij kon bewijzen dat hij de zoon was van de zonnegod. Na lang aandringen kreeg hij van Helios de toestemming om voor één dag de zonnewagen te besturen. De gevolgen waren noodlottig. Toen Phaëthon de teugels had genomen, ging alles aanvankelijk goed. Halverwege begon hij echter bang te worden: de aarde lag diep beneden hem en om hem heen verhieven zich de sterrenbeelden. Toen de Schorpioen dreigde met zijn angel, raakte Phaëthon in paniek. De wagen schoot met wilde sprongen door de lucht en slingerde heen en weer. De vurige paarden raakten de vaste sterren, later schoten ze een wolkenlaag binnen, die onmiddellijk in vlam vloog. Ook de aarde raakte in brand. Geen plek op aarde schijnt door de vlammen gespaard te zijn. Drie keer trachtte Poseidon zich uit zee te verheffen, maar werd hij door de hitte teruggedwongen. De hitte en straling drongen zelfs tot de Tartarus door, waar Hades, Charon, en alle dodenschimmen verbaasd omhoog blikten. Ten slotte maakte Zeus een einde aan de rit door Phaëthon met een van zijn bliksemstralen te doden. Machteloos heeft Helios het lot van zijn zoon moeten aanzien. Op die dag, zo vertelt men, werden de bewoners van Afrika zwart, en Libië werd door verdorring tot een woestijn herschapen.
De twee halfzussen van Phaëthon, Phaetusa en Lampetia, die Helios bij de nimf Neaira had verwekt, waren zo bedroefd om de dood van hun halfbroer dat zij allebei in populieren werden veranderd.
Helios wordt soms vereenzelvigd met de lichtgod Apollo.
De Romeinen noemden hun zonnegod Sol.