Honderd Scholen van het denken

Honderd Scholen van het denken
Naam (taalvarianten)
Vereenvoudigd 诸子百家
Traditioneel 諸子百家
Pinyin zhūzǐ bǎijiā
Wade-Giles chu-tzu pai-chia

De Honderd Scholen (bǎi jiā 百家) staat voor het gedachtegoed van de verschillende meesters en filosofen uit de pre-Qin periode, dus van vóór 220 v.Chr. en dan vooral de Periode van de Strijdende Staten (Zhànguó 戰國, 479-221 v Chr.). In die periode werd onder anderen geworsteld met de vraag hoe het land te besturen en hoe een goed leven te leiden. Of zoals de Nederlandse filosoof Karel van der Leeuw het verwoordt: "er werd een oplossing gezocht voor de anarchie der tijden”[1]

"Vanwege de originaliteit en de diversiteit van de in deze periode ontwikkelde ideeën geldt de periode van de Strijdende Staten [..] als de meest creatieve fase van de Chinese wijsbegeerte", aldus de sinoloog Erik Zürcher.[2]

In de 8e eeuw v.Chr raakte de Zhou-dynastie ernstig verzwakt. Het gezag van de Zhou koningen nam af en dat van de leenmannen en adellijke families nam toe. Regionale heersers begonnen elkaar te bevechten en van de honderden leenstaatjes bleven er uiteindelijk nog zeven over. De heersers van die staten noemden zich vervolgens ook koning en streden in grootschalige oorlogen om de hegemonie: de periode van de strijdende staten.

De verandering in de politieke orde zorgde ervoor dat het eens vanzelfsprekende kennis- en gedachtegoed en de bestaande rituele praktijken hun gezaghebbende karakter verloren. De grote veranderingen op politiek en sociaal gebied in China vanaf de zesde eeuw v.Chr. leidden tot een nieuwe bezinning op het functioneren van mens, maatschappij en kosmos.[3].

Moderne wetenschappers hebben de periode van Honderd Scholen doorgaans beschreven als "de gouden eeuw van de Chinese filosofie". De traditionele beoordeling was minder positief: het opkomen van concurrerende filosofieën werd gezien als een achteruitgang van een vreedzame politieke en culturele eenheid die naar verluidt bestond tijdens de Westelijke Zhou-dynastie (1122-771 v.Chr.).[4]

De Zhuangzi geeft dat helder aan:

Over de hele wereld heerst wanorde. Er zijn geen verlichte wijsgeren en heilige mensen meer, de meningen over de Tao en de deugd zijn onderling verschillend.[5]

Of zoals Ban Gu het vele eeuwen later verwoordde:

Lang geleden, toen Zhongni (Confucius) gestorven was, werden de subtiele woorden afgebroken en toen zijn zeventig leerlingen gestorven waren, werd de grote betekenis van zijn leer inconsistent. (..). Tijdens de Periode van de Strijdende Staten (...) werden het echte en het valse betwist en waren de woorden van verschillende meesters verward en verwarrend.[6]

Gelukkig bracht de Han dynastie weer eenheid en orde, aldus Bang Gu.

  1. Van der Leeuw in: Bor 2003 p358)
  2. Zürcher (1995) in Jan Bor red. De verbeelding van het denken, Contact, p102
  3. Idema en Haft 2005 p77
  4. Durrant 1986 p336
  5. Schipper 2007 p417
  6. Fölster 2016 p344

Honderd Scholen van het denken

Dodaje.pl - Ogłoszenia lokalne