In een elektrisch systeem met twee polen of elektroden is de kathode (Grieks κάθοδος, weg naar beneden) de pool waar de elektronen het systeem ingaan. De tegengestelde pool of elektrode heet de anode. De begrippen kathode en anode hebben betrekking op de richting van de doorgevoerde stroom. Dus afhankelijk of men een stroombron heeft of een stroomverbruiker kan de kathode positief of negatief zijn. In het geval van een stroombron is de kathode positief, in het geval van een stroomverbruiker is de kathode negatief.
Men onderscheidt de twee elektroden naar de rol die zij spelen. Het pad waarlangs de elektronen de oplossing of schakeling ingeleid worden heet kathode. Het pad waarlangs zij weggezogen worden heet anode. Aan de kathode vindt een reductiereactie plaats, aan de anode een oxidatiereactie.
De kathode in een galvanische cel is de pool waar een reductiereactie optreedt.
In een cel waarin een elektrochemische reactie wordt gebruikt om een elektrische spanning te genereren (een batterij of accu) vindt de reductie plaats aan de positieve pool (de reductiereactie trekt de elektronen uit de chemische substantie die in contact staat met de pool). Dan is de positieve pool dus de kathode.
In volgende gevallen is de kathode negatief:
In een vacuümbuis is de kathode de pool waar elektronen uit worden vrijgemaakt.
In een cel waarin de elektrochemische reactie door een externe elektrische spanning wordt gedreven (bij elektrolyse of het opladen van een accu) is de kathode de negatieve pool en de anode dus de positieve pool. Ook hier is de kathode de pool waar een reductiereactie optreedt.