Een lichtenlijn bestaat uit twee bakens die ter navigatie van de scheepvaart gebruikt worden om aan te geven waar vaartuigen een veilige doorgang hebben bij ondiep of gevaarlijk vaarwater en ook gebruikt kunnen worden voor plaatsbepaling. De bakens bestaan vrijwel altijd uit twee opvallende objecten met daarop lichten die op een verschillende hoogte en afstand van elkaar worden geplaatst. Lichtenlijnen zijn zeer geschikt om door middel van een peiling de miswijzing van het magnetische kompas en de totale fout en daarmee totale correctie van het gyrokompas te bepalen.
Twee lichten worden zodanig geplaatst dat het lage licht zich voor het hoge licht bevindt. Wanneer deze lichten vanaf een schip gezien recht onder elkaar staan, bevindt het vaartuig zich in veilig vaarwater. Wanneer de twee lichten niet recht boven elkaar uitgelijnd zijn, kan het schip buiten het veilige gebied komen, en moet het een koerscorrectie maken in de richting van het lage licht.
Overdag kunnen de lichten mogelijk slecht worden gezien en daarom worden de vuurtorens en lichtopstanden die de lichtenlijn vormen meestal in een duidelijke kleur geschilderd om goed op te vallen. Wanneer de twee vuurtorens of lichtopstanden recht achter elkaar gezien worden, vaart het schip de goede koers. Ook kunnen er andere secundaire visuele hulpmiddelen worden gebruikt, zoals grote rode vlaggen met zwarte dikke verticale banen erop. Wanneer de verschillende verticale banen van beide vlaggen recht boven elkaar uitgelijnd zijn, weet de navigator op het vaartuig dat hij de juiste koers volgt.
Lichtenlijnen worden toegepast bij het naderen van havens vanuit zee of bij ondiep of gevaarlijk vaarwater. Bepaalde grote rivieren, zoals de Elbe in Duitsland, hebben een serie van lichtenlijnen. Elke keer als het noodzakelijk is om een bocht te maken, moet de navigator de koers bepalen op basis van de volgende lichtenlijn in de serie. Op deze manier worden vaartuigen van Hamburg naar de zee begeleid met behulp van opeenvolgende paren van lichtenlijnen.
Het oudste paar lichtenlijnen in de Verenigde Staten werd in 1788 door privépersonen opgezet bij de Newburyport Harbor in Massachusetts.[1] De techniek werd in Europa voor het eerst in 1837 gebruikt, waar de benaming "leidlichten" (leading lights) vandaan komt.
Lichtenlijnen zijn soms zodanig ontworpen dat ze verplaatsbaar zijn, om zo hun positie aan te kunnen passen wanneer de veilige vaarweg van plaats verandert. Dit is onder andere het geval bij Hilton Head, South Carolina en de Nantucket Range Lights, voorloper van de Nantucket Harbor Range (Massachusetts).