Een mellah (Arabisch: ملاح; Hebreeuws: מלאח) is een Joodse wijk van een stad in Marokko. Vanaf de 15e eeuw en vooral sinds het begin van de 19e eeuw waren Joodse gemeenschappen in Marokko gedwongen om in dergelijke buurten te wonen. De term wordt ten onrechte vaak verward met de Europese getto.
In steden werd een mellah vaak omringd door een muur met een versterkte poort. Meestal lag zo'n wijk in de buurt van het koninklijk paleis of de residentie van de gouverneur, om de inwoners te beschermen tegen terugkerende rellen, aangezien de Joden een vitale rol speelden in de lokale economie. Daarentegen waren landelijke mellah's afzonderlijke dorpen die uitsluitend door Joden werden bewoond en daardoor niet (actief) werden beschermd.
Volgers onderzoekers had het ontstaan van de mellah bredere politieke beweegredenen. Het zou niet uitsluitend om bescherming gaan, maar ook om controle. De heersers wilden mogelijk de ambachtelijke vaardigheden van Joden 'afkijken' en leren van hun commerciële relaties in Europa.