Onder ordinatie, ook wel (multivariate) gradiëntanalyse of multidimensional scaling, worden methoden verstaan waarmee het aantal dimensies van waarnemingen aan meerdimensionale variabelen gereduceerd wordt door een bepaalde rangschikking. Afbeeldingen van deze rangschikking van objecten, een zogenaamde ordinogram of scattergram, geven een ruimtelijke voorstelling van de structuur van de onderzochte gegevensverzameling.[1]
Het ordinogram is een diagram waarin de op elkaar gelijkende objecten (onderzoekseenheden) dicht bij elkaar staan (een kleine onderlinge afstand hebben) en sterk van elkaar verschillende objecten ver van elkaar af staan.
Ordinatiemethoden maken meestal gebruik van afstandsmaten, zoals de euclidische afstand of de chi-kwadraatafstand. De ordinaat van een punt in een plat vlak met een cartesisch coördinatenstelsel is de -coördinaat van dat punt.[2] Ordinatie kan voor de analyse van iedere verzameling multivariate objecten worden gebruikt, zowel bij beschrijvend, exploratief als bij experimenteel onderzoek, bijvoorbeeld ten behoeve van de datareductie.
Door ordinatie wordt de redundantie opgespoord en samengevat, ruis onderdrukt, en kunnen uitbijters worden herkend. Ordinatietechnieken worden veelal toegepast om de samenhang en onderliggende patronen in grote gegevensverzamelingen op te sporen, te visualiseren en eventueel te verklaren.
Ordinatietechnieken worden vanwege de genoemde eigenschappen in de populatiebiologie en in de synecologie of gemeenschapsecologie vaak gebruikt.[3]
Ordinatietechnieken, in combinatie met regressieanalyse, zoals bij gebonden of canonische ordinatie en bij partiële ordinatie, en statistische toetsen, bijvoorbeeld de Monte-Carlosimulatie, worden tegenwoordig in experimenteel veldwerk en onderzoek gebruikt.[4]