Het oude Egypte was een beschaving die rond 3300 v.Chr. is ontstaan langs de Nijl. Deze beschaving ging pas ten onder in 332 v.Chr., na de verovering van Egypte door Alexander de Grote. De essentiële factor in het overleven van de beschaving was de irrigatie van een landbouwgebied rond de Nijl. De nadruk lag bij de Egyptenaren dan ook vooral op het cyclische karakter van het leven en niet op het lineaire, zoals in Sumer. Hoe gestructureerd deze maatschappij was, wordt duidelijk door de tempels, mastaba's en piramides die deze grootse beschaving naliet.