Onder een overgangsdialect wordt in de dialectologie een dialect verstaan dat zowel kenmerken van de ene als kenmerken van de andere dialectgroep heeft.
Overgangsdialecten ontstaan door vermenging van twee dialecten. Alle dialecten worden door overgangsdialecten omgeven. Derhalve is er bij overgangsdialecten sprake van een dialectcontinuüm: de dialecten gaan geleidelijk in elkaar over.
Verder zijn veel stadsdialecten als een overgangsdialect tussen enerzijds de prestigieuze taal (bv. de standaardtaal) en anderzijds de lokale taal te beschouwen.