Oxycodon | ||||
---|---|---|---|---|
Chemische structuur | ||||
![]() | ||||
Farmaceutische gegevens | ||||
Beschikbaarheid (F) | tot 87% (PO) | |||
Halveringstijd (t1/2) | 2-3 uur | |||
Uitscheiding | urine | |||
Gebruik | ||||
Toediening | oraal, intramusculair, intraveneus, subcutaan, transdermaal, rectaal | |||
Risico met betrekking tot | ||||
Zwangerschapscat. | B / D (bij gebruik in hoge doses in laatste trimester) | |||
Databanken | ||||
CAS-nummer | 76-42-6 | |||
ATC-code | N02AA05 | |||
Farmacotherapeutisch Kompas | Oxycodon | |||
Chemische gegevens | ||||
Molecuulformule | C18H21NO4 | |||
IUPAC-naam | 4,5-α-epoxy-14-hydroxy- 3-methoxy-17-methyl-morfinaan-6-on | |||
Molmassa | 315,367 g/mol | |||
|
Oxycodon is een krachtige opioïde pijnstiller, die in 1916 al in Duitsland bereid werd uit thebaïne. De stof staat op lijst 1 van de Opiumwet, is gemakkelijk verslavend en kan bij misbruik zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
Oxycodon werd in 1916 ontwikkeld door Martin Freund (1863–1920) en Edmund Speyer (1878–1942) aan de Universiteit van Frankfurt/Main en een jaar later door Merck in Darmstadt onder de naam Eukodal als een pijnstiller en hoestonderdrukker op de markt gebracht. Het wordt sinds 1919 therapeutisch als pijnstiller gebruikt.
De eerste gevallen van oxycodon misbruik werden begin jaren twintig gerapporteerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zou dictator Adolf Hitler regelmatig oxycodon-injecties hebben gekregen van zijn persoonlijke arts Theo Morell.[2]
Het is een semi-synthetische opioïde, omdat het gemaakt wordt van een natuurlijk opiaat. Op basis van gewicht is oxycodon tweemaal krachtiger dan morfine en wordt het oraal, nasaal en rectaal beter geabsorbeerd dan morfine. Het werkt niet alleen op nociceptieve pijn zoals somatische pijn en viscerale pijn, maar ook op neuropathische pijn. Het wordt vaak door artsen voorgeschreven als pijnstiller bij ernstige pijnen, zoals na een operatie of bij kanker. De naam wordt in het taalgebruik ook tot oxy afgekort.
Oxycodon is een opioïde, er treedt gewenning op en de stof is verslavend.[3] Bij kortdurend gebruik van enige dagen zijn de verslavingsrisico's minimaal; bij langdurig gebruik, bij gebruik zonder noodzaak (recreatief gebruik) en bij behandeling van chronische pijn, wordt het verslavingsrisico van voorgeschreven of receptplichtige opioïden geschat tussen 3 en 25%.[4]