Robert Oppenheimer | ||
---|---|---|
Persoonlijke gegevens | ||
Volledige naam | J. Robert Oppenheimer | |
Geboortedatum | 22 april 1904 | |
Geboorteplaats | New York | |
Overlijdensdatum | 18 februari 1967 | |
Overlijdensplaats | Princeton (New Jersey) | |
Locatie graf | Graf op Find a Grave | |
Nationaliteit | Verenigde Staten | |
Hobby's en andere bezigheden | oosterse filosofie | |
Academische achtergrond | ||
Opleiding | Dr. in de natuurkunde | |
Alma mater | Georg-August-Universität Göttingen | |
Promotor | Max Born | |
Wetenschappelijk werk | ||
Vakgebied | Natuurkunde | |
Instituten | Cavendish Laboratory Georg-August-Universität Göttingen National Research Council Universiteit van Californië - Berkeley Los Alamos National Laboratory Atomic Energy Commission Institute for Advanced Study | |
Bekend van | Born-Oppenheimerbenadering Oppenheimer-Phillips-proces Oppenheimer-Volkofflimiet Manhattanproject | |
Belangrijke prijzen | Enrico Fermi-prijs | |
Handtekening | ||
Julius Robert Oppenheimer[1][2] (New York, 22 april 1904 – Princeton (New Jersey), 18 februari 1967) was een Joods-Amerikaanse natuurkundige. Hij verwierf vooral bekendheid als wetenschappelijk directeur van het Manhattanproject, het project waarin tijdens de Tweede Wereldoorlog de eerste kernwapens ontwikkeld werden. Hij wordt daarom ook wel de "vader van de atoombom" genoemd.
De vernietiging van de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki met zijn atoombommen schokte Oppenheimer. Na de oorlog werd hij senior-adviseur van de nieuw opgerichte United States Atomic Energy Commission en zette hij zich in voor internationaal toezicht op het gebruik van kernenergie. Hij maakte zich – tevergeefs – sterk om een nucleaire wapenwedloop met de Sovjet-Unie te voorkomen.
Zijn stevige politieke uitspraken over dit onderwerp maakten hem niet geliefd bij veel politici en wetenschappers in de periode van het Mccarthyisme. Als reactie op zijn uitlatingen werd hem de toegang tot geheime documenten ontnomen tijdens een breed uitgemeten en sterk gepolitiseerde hoorzitting in 1954. Hoewel hem zijn politieke invloed ontnomen werd, bleef Oppenheimer werken in de natuurkunde en schrijven en lezingen houden. In december 1963 ontving hij van president Lyndon B. Johnson bij wijze van eerherstel de Enrico Fermi-prijs.