Rode schijnspurrie | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Spergularia rubra (L.) J.Presl & C.Presl (1819) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Rode schijnspurrie op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
De rode schijnspurrie (Spergularia rubra) is een eenjarige plant uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae), die vrij algemeen in Nederland voorkomt.
De plant wordt 5-20 cm hoog. De stengel is kort behaard met op de bovenste delen kleverige klierhaartjes. De tegenoverstaande, lijnvormige bladeren zijn iets vlezig. De lange, zilverwitte, glanzende steunblaadjes zijn ei-lancetvormig.
Rode schijnspurrie bloeit van mei tot de herfst met roze, 3-5 mm grote bloemen. De voet van de kroonblaadjes is bleker van kleur. De vijf kroonblaadjes zijn iets korter dan de breedvliezige, 4 mm lange kelkblaadjes. De bloemen staan in een armbloemig bijscherm.
De vrucht is een driehoekig-eivormige doosvrucht van 4-5 mm lang. De 0,5 mm lange, ongevleugelde, driehoekige, fijn gerimpelde zaadjes zijn donkerbruin.
De plant komt voor op droge, voedselarme tot matig voedselrijke grond op bouwland, in gazons, langs zandwegen en op stenige plaatsen.