De Slag bij Bautzen was een van de laatste veldslagen aan het Oostfront van de Tweede Wereldoorlog. Hij werd gevochten langs de uiterste zuidelijke flank van het Spremberg-Torgauoffensief en kenmerkte zich door dagenlange straatgevechten tussen eenheden van het communistische Poolse 2e Leger en de restanten van het Duitse 4e Pantserleger.
De veldslag vond plaats tijdens de aanval op Berlijn van het 1e Oekraïense Front onder maarschalk Ivan Konev. De gevechten vonden plaats in de stad Bautzen en de rurale gebieden ten noordoosten van de stad. De strijd om de stad begon op 21 april 1945 en duurde tot 26 april, hoewel er nog tot 30 april schermutselingen plaatsvonden. Het Poolse 2e Leger onder generaal Karol Świerczewski leed zware verliezen, maar wist met hulp van Sovjettroepen, een uitbraak van de Duitse troepen richting het westen te voorkomen.
Na de veldslag claimden beide zijden de overwinning en ook moderne analyses over wie de strijd gewonnen heeft, blijven tegenstrijdig in hun uitkomsten. Omdat de oorlog vrijwel voorbij was en de veldslag geen strategische invloed had op de gelijktijdige Slag om Berlijn, concentreert de Duitse geschiedschrijving zich meer op haar tactische aspecten. De Duitse aanval wist Bautzen en omgeving te heroveren en tot het einde van de oorlog in handen te houden.