Stofzaad | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Monotropa hypopitys L. (1753) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||||
Stofzaad op Wikispecies | |||||||||||||||||||
|
Stofzaad (Monotropa hypopitys) is een kruidachtige, vaste plant, die behoort tot de heidefamilie (Ericaceae). Het is een plant die voorkomt in bossen en duinstruikgewas, op vrij vochtige tot droge, voedselarme grond. De plant komt van nature voor op het noordelijk halfrond. Ze staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als zeer zeldzaam en sterk in aantal afgenomen. Deze plant is in Nederland wettelijk beschermd sinds 1 januari 2017 door de Wet Natuurbescherming.
De plant wordt 10-30 cm hoog, vormt een wortelstok (rizoom). De plant heeft geen bladgroen en is aanvankelijk bleekgeel of wit en wordt later zwart. De onvertakte stengel is bros en met schubben bezet.
Stofzaad bloeit van juni tot september met lichtgele of roodachtige bloemen. De bloeiwijze is een in het begin knikkende, later opgerichte tros, waarbij de bloemen dicht op elkaar zitten. De kroonbladen hebben aan de voet een uitzakking met daarin de nectar.
De vrucht is een 0,6-1 × 0,4-0,8 cm grote doosvrucht.