Het begrip techniek wordt in verschillende betekenissen gebruikt:
Het geheel van materiële zaken als voorwerpen, meubels, apparaten, dat niet tot de natuur behoort maar eens door de mens is uitgevonden, verwant met uitvinding.
Het op systematische manier toepassen van nieuwe natuurwetenschappelijke of andere georganiseerde kennis ten behoeve van praktische doeleinden, verwant met technologie.
Een bepaalde aangeleerde vaardigheid in het werk, sport of spel of in het huishouden om een bepaalde activiteit te verrichten, verwant met gestructureerd handelen.
Techniek heeft te maken met het ontwerpen en bouwen van computers, mobiele telefoons, wolkenkrabbers, en andere bouwwerken, verwant met bouwkunst.
Een vak in het onderwijs over het maatschappelijk functioneren van techniek, over technische ontwikkelingen, over de pijlers van techniek als materie, energie en informatie, over in de relatie tussen techniek en natuurwetenschappen, over de technieken om techniek voort te brengen, en of het zelf praktisch bezig te zijn op dit gebied.
Een tak van wetenschap naast de geesteswetenschap, de natuurwetenschap, en de sociale wetenschap, verwant met technische wetenschappen.