Een tekenbeet is een wond die ontstaat als een teek met zijn zuigsnuit de huid van een gastheer doorboort om zich te voeden met diens bloed. Bij de beet komt speeksel van de teek in contact met de huid van de gastheer. In dit speeksel zit zowel een verdovende stof als een stof die bloedstolling tegengaat. Een tekenbeet wordt door de plaatselijke verdoving niet gevoeld en de stollingsremmer zorgt ervoor dat de teek bloed kan blijven zuigen omdat er geen stolsel wordt gevormd.
Tekenbeten kunnen bij de gastheer ziekten veroorzaken, waaronder bij de mens de lymeziekte. Een tekenbeet veroorzaakt geen zwelling zoals de beet van een daas of de steek van wespen, bijen of hommels. De beten zijn meestal niet pijnlijk en worden vaak alleen opgemerkt doordat men de teek in de huid ziet zitten. De beet van een teek kan verward worden met die van andere bloedzuigende geleedpotigen zoals vlooien en sommige wantsen, zoals de bedwants. De meeste tekenbeten komen voor in de zomer. Geschat wordt dat elk jaar bijna anderhalf miljoen Nederlanders een tekenbeet oplopen. Het gaat dan vrijwel altijd om een beet van de schapenteek. Men mag aannemen dat voor België vergelijkbare aantallen gelden.