De trans-Atlantische slavenhandel was de handel in slaven uit Afrika naar Amerika, bedreven door Europeanen. Het was de middenpassage van de driehoekshandel en speelde zich af tussen 1525 en 1867, waarbij het hoogtepunt lag in de achttiende eeuw en de eerste helft van de negentiende eeuw. Naar schatting zijn 12 miljoen slaven vervoerd.
De Atlantische slavenhandel ontstond niet uit het niets. Al eeuwenlang was er in Afrika handel in slaven, Afrikanen verkochten buitgemaakte krijgsgevangenen aan Afrikaanse en Arabische handelaren. Gedurende de vijftiende en zestiende eeuw groeide vanuit Europa de behoefte aan dwangarbeiders, vooral voor werk in de zich ontwikkelende koloniën. In de late vijftiende en in de zestiende eeuw werden vanuit Afrika enkele duizenden slaven per jaar getransporteerd. De behoefte aan arbeid op de suiker- en tabaksplantages in Amerika en het tekort aan vrije arbeid vanuit Europa deed de trans-Atlantische slavenhandel steeds verder aanzwellen. Omstreeks het midden van de zeventiende eeuw – toen de suikerteelt in het Caribisch gebied goed tot ontwikkeling kwam – nam de slavenhandel explosief toe. Tegen 1700 werden vijftigduizend slaven per jaar getransporteerd. De opbrengsten brachten in Europa een verhoogde welvaart en een manier om de handelsbalans met Azië beter in evenwicht te krijgen. Het droeg met de ontwikkeling van het Atlantische systeem sterk bij aan de Europese expansie en daarmee aan de ontwikkeling van het kapitalisme.
De grootscheepse handel in slaven was niet mogelijk zonder een onmenselijke behandeling van de handelswaar. In de loop der eeuwen werden door slavenjagers tientallen miljoenen mensen tot slaaf gemaakt; een groot deel daarvan maakten de trans-Atlantische reis richting Noord- en Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Velen stierven al voor zij verkocht konden worden voor transport; naar schatting werden tussen de elf en veertien miljoen slaven tijdens deze diaspora verscheept naar het Westen. Gemiddeld kwam zo'n 15% van de slaven te overlijden tijdens de reis.
Op de samenlevingen in Afrika had de trans-Atlantische slavenhandel een ontwrichtend effect waarbij tot op heden bekend is welke voorouders slavenjagers waren. De slavenhandel betekende niet alleen een belangrijke aderlating voor de bevolking in Afrika, het veranderde de samenleving daar ook dramatisch doordat het de militarisering van de Afrikaanse samenlevingen en slavernij in Afrika zelf bevorderde.[1] Daarnaast droeg slavernij bij aan de versterking van racisme, doordat er een rechtvaardiging werd gezocht voor slavernij die eerder door het christendom als immoreel was neergezet.[2]
De studie van de trans-Atlantische slavenhandel heeft zijn eigen ontwikkeling doorgemaakt. De vroegste werken zijn die van Britse abolitionisten die het wrede karakter van de handel benadrukten om steun te verwerven voor de afschaffing van de slavenhandel. Naast deze morele benadering zijn er sindsdien meerdere invalshoeken bijgekomen. Zo wordt de trans-Atlantische slavenhandel ook onderzocht vanuit de bedrijfsmatige kant, de invloed op het kapitalisme, het Europese imperialisme, het ontstaan van een Atlantische wereld, de sociale en culturele gevolgen, het aandeel van Afrikaanse slavenjagers en de bron van racisme in de Nieuwe Wereld.[3][4]