Trichotillomanie | ||||
---|---|---|---|---|
Een patroon van onvolledig haarverlies bij een lijder aan trichotillomanie
| ||||
Coderingen | ||||
ICD-11 | ||||
OMIM | {{{OMIM}}} | |||
DiseasesDB | 29681 | |||
DOID | 0050587 | |||
MedlinePlus | 001517 | |||
eMedicine | derm/433 ped/2298 | |||
MeSH | D014256 | |||
|
Trichotillomanie (TTM) is een psychische aandoening waarbij men een aandrang heeft om de eigen haren uit te trekken, zowel hoofdhaar, wimpers en wenkbrauwen als haar op andere delen van het lichaam. De naam is afgeleid van het Griekse "trich-" (haar), "till(ein)" (trekken), en "mania" (waanzin, gekheid). In de DSM-5 is het ingedeeld bij de obsessieve-compulsieve stoornissen.[1]
Door het uittrekken van de haren ontstaan in sommige gevallen kale plekken, wat schaamte of frustratie kan opleveren. Verder leiden TTM-lijders een normaal leven. Sommige psychiaters zien trichotillomanie als een vorm van de obsessieve-compulsieve stoornis, terwijl anderen het niet als een aandoening zien, maar als een tamelijk onschuldige gedragsvorm, te vergelijken met nagelbijten.
Bij mensen met TTM komen persoonlijkheidsstoornissen niet vaker voor dan bij anderen.
In sommige gevallen treedt er naast trichotillomanie ook trichofagie op, waarbij de persoon aan de haren zuigt of ze opeet. In uitzonderlijke gevallen kan een gevormde haarbal tot maagproblemen leiden.