De Voorden van de Isen (Sindarijns: Ethraid Engrin) is een fictieve locatie in de werken van J.R.R. Tolkien
De rivier de Isen komt uit de Hithaeglir en stroomt door het Tovenaarsdal bij Isengard en vanuit daar naar het zuiden. Tussen Isengard en de Hoornburg, ongeveer twee keer zo ver van Isengard als van de Hoornburg bevindt zich een van de weinige doorwaardbare plaatsen in de rivier. Op deze plek bevond zich het centrum van de oorspronkelijke verdedigingslinie van Gondor, die verder uit de beide genoemde forten bestond.
Nadat de Gondoriaanse provincie Calenardhon was overgedragen aan de Rohirrim was Isengard onder Gondoriaans gezag gebleven. De Voorden waren daardoor samen met Súthburg, zoals de Hoornburg aanvankelijk genoemd werden, de belangrijkste oostelijke verdediging van Rohan.
Ten westen van de rivier waren twee aarden forten opgetrokken, omdat van die kant de dreiging werd verwacht. Ten westen van de rivier woonden Donkerlanders, die, net als alle aan hen verwante volken, uit de streken in het oosten waren verdreven door de Rohirrim.