Een vuistbijl is een kerngereedschap uit het vroegpaleolithicum. Het is het meest typische stenen werktuig van de Acheuleaancultuur. Dat is eigenlijk geen echte cultuur, maar eerder een wijdverspreide methode om stenen werktuigen te maken.[1] De Acheuleaantechniek werd voor het eerst toegepast door Homo ergaster/erectus in Afrika, verdergezet door Homo heidelbergensis en vervolgens door neandertalers en vroege moderne mensen.
De oudst gekende Acheuleaanwerktuigen uit West Turkana (Kenia) in Afrika zijn 1.760.000 jaar oud en vanaf ongeveer 1.000.000 jaar geleden verspreidde de techniek zich naar Europa en Azië.[2] In Noordwest-Europa komen ze voor vanaf de komst van de eerste Homo heidelbergensis rond 500.000 jaar geleden.[3] Vanaf het begin van het middenpaleolithicum, omstreeks 300.000/250.000 jaar geleden, schakelde de mens in Europa geleidelijk aan over op het gebruik van kernvoorbereidingstechnieken (o.a. de Levalloistechniek) om vuurstenen werktuigen te maken.[4] Vuistbijlen bleven in Europa wel nog gedurende het hele middenpaleolithicum gebruikt worden door de neandertalers.[5]