Wisselspanning is een elektrische spanning die met een bepaalde frequentie wisselt van polariteit tussen de aansluitpolen. Dit in tegenstelling tot gelijkspanning, waarbij het potentiaalverschil tussen de polen constant is, zoals bij een batterij, of gelijkstroomvoeding.
Bij wisselspanning heeft de periode meestal een sinusvormig verloop, maar ook andere vormen zijn mogelijk, maar deze vinden voornamelijk toepassing binnen de wereld van de elektronica.
De elektrische energie die door het elektriciteitsnet wordt geleverd heeft in een groot deel van de wereld, waaronder heel Europa en Afrika, een frequentie van 50 Hz. In Noord-Amerika, delen van Zuid-Amerika en in een aantal Aziatische landen is de frequentie 60 Hz. Sommige Middeleuropese en Scandinavische spoorwegen gebruiken een frequentie van 16 2/3 of 16,7 Hz.
Binnen een gesloten elektrisch circuit leidt wisselspanning tot een wisselstroom waarvan de richting “in fase” verandert met de wisselspanning. Wisselspanning wordt om deze reden aangeduid met de term AC (van het Engelse: Alternating Current), terwijl gelijkspanning wordt aangeduid met DC (Direct Current). Soms worden ook wel de symbolen gebruikt zoals hiernaast is weergegeven. Het symbool wordt dan achter de eenheid geplaatst, zoals bijvoorbeeld: 230 V~
Eén van de grote voordelen van wisselspanning ten opzichte van gelijkspanning is dat deze met behulp van een transformator eenvoudig omhoog of omlaag kan worden getransformeerd. Hierdoor kan o.a. het vermogen over lange afstanden onder hoogspanning worden gedistribueerd, met minder transportverliezen.
In de elektriciteitscentrale wordt wisselspanning in drie afzonderlijke fasen opgewekt, die onderling 120 graden in fase verschoven zijn. Dat wordt driefasespanning of draaistroom genoemd.
Een wisselspanning wordt opgewekt door een magneetveld te variëren binnen een spoel. Dit wordt toegepast bij dynamo's en generatoren, maar ook in microfoons.