Zweepworm | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mannetjeszweepworm | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Trichuris trichiura Linnaeus, 1771 | |||||||||||||
Mannetje | |||||||||||||
Vrouwtje | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Zweepworm op Wikispecies | |||||||||||||
|
De zweepworm (Trichuris trichiura, synoniemen: Trichocephalus trichiuris, Tricocephalus dispar, Trichocephalus hominis) is een lichtgele tot witte parasiet. De vrouwtjes zijn 35-50 mm en de mannetjes 30-45 mm lang. Het voorste tweederde gedeelte tot en met de slokdarm is smaller dan het derde achterste, dikkere gedeelte, waardoor ze op een zweep lijken.[1] De vrouwtjes hebben een stomp eind en de mannetjes een gekruld eind. De bruine eieren zijn tonvormig en hebben aan de polen uitstulpingen. Ze leven van de uitscheidingen van het slijmvlies, waar ze met de voorkant in vastgeschroefd zitten.
Mensen met een milde infectie vertonen meestal geen symptomen. Bij ernstige infecties treedt regelmatige en pijnlijke diarree met bloed, slijm en water op en dat ook een vieze geur heeft. De groei van een ernstig besmet persoon kan worden belemmerd en er kunnen zelfs anale symptomen optreden. Bij ernstig besmette kinderen kan de groei en cognitieve ontwikkeling worden belemmerd.[2]
Besmetting gebeurt via huisdieren die de eieren in hun ontlasting achterlaten. De mens neemt deze tot zich via aarde of grond. De worm nestelt zich in het darmkanaal. Een dergelijke besmetting wordt trichuriasis genoemd. Vanwege de huidige goede hygiëne is de zweepworm vrij zeldzaam in Nederland en België. Behandeling gebeurt onder andere met een wormdodend middel (bijvoorbeeld mebendazol).
In een experimenteel onderzoek bleek dat een bewust veroorzaakte besmetting met de verwante worm T. suis een positief effect had op het genezingsproces bij patiënten met de ziekte van Crohn.[3]