Marks-Brandenburgs is een dialectgroep van het Oost-Nederduits. Oorspronkelijk werd dit dialect nog in delen van Voor-Pommeren en in het noorden van Sachsen-Anhalt en Brandenburg gesproken, bijvoorbeeld in de Altmark, in de Uckermark en in Prignitz. Oost-Nederduitse vormen komen ook voor in het Anhaltisch, een dialect van het Thürings-Bovensaksisch in Sachsen-Anhalt.
De woordenschat van de Markse dialecten is vermeld in het Brandenburg-Berlinisches Wörterbuch, in het Pommersches Wörterbuch en in het Mittelelbisches Wörterbuch.