Wilgentenen zijn griendhout, de waterloten van wilgen. Ze worden geoogst en gebruikt voor het vlechten van manden, hoepels, afscheidingen, zinkstukken en dergelijke. Vroeger werden de tenen ook gebruikt bij het maken van vitselstek wanden.
Als een wilg wordt geknot gaan er op het snijvlak waterloten (lange, rechte scheuten) groeien. Deze zijn vanwege hun lengte en soepelheid uitermate geschikt voor het maken van vlechtwerk. Als wilgen regelmatig geknot worden, wordt de groeivorm van de boom een knotwilg.