Geschiedenis van Griekenland |
|
..Naar chronologie
|
|
Portaal Griekenland Portaal Geschiedenis |
Het hellenisme (Oudgrieks: Ἑλληνισμός, Latijn: hellenismos) is het verspreiden van de Griekse cultuur. De hellenistische periode was in engere zin het tijdperk waarin het oude Griekenland op zijn hoogtepunt was vanaf de veroveringen door Alexander de Grote tot de Romeinse verovering van Griekenland en het oude Nabije Oosten (334–30 v.Chr.).[1] De hellenistische wereld besloeg het Macedonische Rijk (334–301 v.Chr. in stamland Macedonië, het Griekse vasteland en het voormalige Perzische Rijk van Egypte tot in het noordwesten van India) en de Griekse opvolgersstaten daarvan (de diadochenrijken), waarbinnen grootschalige handel en culturele uitwisseling op gang kwam. In ruimere maar minder gebruikelijke zin wordt met "hellenisme" gedoeld op iedere verbreiding van de Griekse cultuur buiten Griekenland en de Griekse koloniesteden (dus inclusief Epirus en de Griekse nederzettingen aan de Zwarte Zee en Middellandse Zee zoals op Sicilië en in Zuid-Italië (Magna Graecia) die buiten de directe macht van de grote staten vielen) en de hellenisering van met name het Romeinse Rijk vanaf 7e eeuw v.Chr. tot de eerste eeuwen n.Chr.[1]
Het leger van Alexander de Grote nam de Griekse cultuur met zich mee naar het oosten. Dit proces van culturele aanpassing op het hellenisme, ook wel hellenisering genoemd, was vooral van invloed op de oriëntaalse gebieden in het oude Nabije Oosten. Op zijn beurt had de oriëntaalse cultuur invloed op deze oud-Griekse cultuur. Deze mengcultuur bracht de hellenistische kunst voort. De hellenisering van de bevolking van het Nabije Oosten zorgde ervoor dat de stedelijke bevolking in Syrië en Klein-Azië nog tot ver in de middeleeuwen een vorm van Grieks spraken, het Koinè (κοινός, Koinos, "algemeen").